Provinciaal beleid

Het provinciale beleid is er op gericht om een afweging te maken hoe om te gaan met het landbouwverkeer op Provinciale Wegen. De kaders die er in worden gesteld dienen gelezen te worden als afweging wanneer een weg gesloten kan worden voor landbouwverkeer.

De provincie Noord-Brabant heeft geen beleidskader hoe om te gaan met het openen van provinciale wegen voor het landbouwverkeer. Logisch, want dat gaat rechtstreeks in tegen de kern van het beleid.

Dat wil echter niet zeggen dat in voorkomende gevallen toch overwogen kan worden om wegen weer (deels) te openen voor het landbouwverkeer. Er dient dan echter wel een goede afwegingsnotitie gemaakt te zijn waaruit blijkt dat het openen van de provinciale weg de enige en beste oplossing is voor het landbouwverkeeer.

Provinciaal beleid Noord-Brabant

Het provinciale beleid rond landbouwverkeer staat opgenomen in de ‘Beleidsregel langzaam gemotoriseerd verkeer op wegen Noord-Brabant’. Deze beleidsregel is geldig sinds 9 april 2020

Geen langzaam verkeer gemotoriseerd verkeer op provinciale gebiedsontsluitingswegen

In het provinciale beleid is opgenomen dat de provincie in het kader van de verkeersveiligheid zoveel mogelijk ontmoetingen met grote snelheidsverschillen, massaverschillen en richtingsverschillen probeert te voorkomen. Op een gebiedsontsluitingsweg geldt doorgaans een maximumsnelheid van 80km/uur. Het dwarsprofiel van een gebiedsontsluitingsweg bevat idealiter parallelwegen, onder meer bestemd voor de afwikkeling van landbouwverkeer.

Omdat het voor de provincie om financiële en ruimtelijke redenen niet altijd mogelijk is om parallelvoorzieningen aan te leggen is langzaam gemotoriseerd verkeer vaak genoodzaakt om gebruik te maken van gebiedsontsluitingswegen of erftoegangswegen. Op gebiedsontsluitingswegen zorgt dat verkeer voor een aantal problemen:

  • doorstromingsproblemen vanwege de lage snelheid;

  • verkeersveiligheidsproblemen vanwege snelheids-, grootte- en massaverschillen, onveilig of verboden inhaalgedrag en het in- en uitrijden bij zij- of uitwegen;

  • schade aan (kanten van) wegverhardingen en bermen vanwege de steeds groter, breder en zwaarder wordende landbouwvoertuigen;

  • het bevuilen van de weg doordat een gedeelte van de lading eraf valt of doordat de grond van de (tractor)wielen op de weg terecht komt en de weg glad wordt.

Gelet op bovenstaande problematiek is als uitgangspunt gekozen om geen langzaam gemotoriseerd verkeer op provinciale gebiedsontsluitingswegen toe te laten. Hiertoe zijn in het verleden op basis van verkeersbesluiten geslotenverklaringen ingesteld. Het gesloten zijn of verklaren van gebiedsontsluitingswegen betekent dat het langzaam gemotoriseerd verkeer zich verplaatst naar het gemeentelijk wegennet. Dit verkeer kan daar soortgelijke problemen veroorzaken of de leefbaarheid aantasten. Dat is niet de bedoeling en om die reden is het weren van langzaam gemotoriseerd verkeer mogelijk als er een goede alternatieve route gevonden kan worden. Om ervoor te zorgen dat bij het zoeken naar alternatieve routes en eventueel benodigde maatregelen geen factoren worden vergeten, heeft de provincie een afwegingskader opgesteld. Met gebruikmaking van het afwegingskader kunnen problemen met de routekeuze voor landbouwverkeer op een eenduidige manier worden behandeld. In hoofdstuk 3 wordt verder ingegaan op dit afwegingskader.

Afwegingskader

In het belang van doorstroming en verkeersveiligheid vinden Gedeputeerde Staten (GS) het wenselijk om op uniforme wijze om te gaan met het gebruik van de weg door langzaam gemotoriseerd verkeer.

Hoofdregel van het beleid is dat GS geen langzaam gemotoriseerd verkeer toestaat op:

  • Stroomwegen en gebiedsontsluitingswegen type I;

  • Op gebiedsontsluitingswegen type II en erftoegangswegen die een etmaalintensiteit hebben van meer dan 12.000 voertuigen.

Alvorens een gebiedsontsluitingsweg type II of erftoegangsweg wordt gesloten voor langzaam gemotoriseerd verkeer, dient onderzocht te worden of er:

  1. alternatieve routes beschikbaar zijn of geschikt gemaakt kunnen worden voor landbouw- of bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid;

  2. mogelijkheden voorhanden zijn om een nieuwe route aan te leggen die geschikt is voor landbouw- of bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid.

Verder staan in deze beleidsregels criteria voor alternatieve routes. In hoofdstuk 3 volgt een toetsing aan het beleid.

Geslotenverklaringen voor langzaam gemotoriseerd verkeer

In onderstaande figuur zijn de huidige geslotenverklaringen weergegeven op provinciale wegen in en rondom Halderberge. Hierin is te zien op welke wegen landbouwverkeer is toegestaan (groen) en waar niet (rood). Het gedeelte van de N640 is open voor landbouwverkeer ten oosten van de kern van Oudenbosch. Dit geldt ook voor de N641 ten westen van Oudenbosch.Ter hoogte van de kern van Oudenbosch is de provinciale weg gesloten voor landbouwverkeer. Langs een deel van de N640 is een parallelweg aanwezig.

Geslotenverklaringen voor langzaam gemotoriseerd op provinciale wegen in en rondom gemeente Halderberge

Legenda: