Inleiding
Landbouwverkeer is geen eenvoudig thema in de verkeerskunde. Doordat de voertuigen in beginsel rijdende werkvoertuigen of machines zijn wijken ze op diverse punten af van regulier verkeer. Niet alleen de grootte en de beperkte snelheid waarmee het landbouwverkeer zich kenmerkt, maar ook de veiligheidseisen aan het voertuig zijn anders dan andere voertuigen op de openbare weg. Gelukkig is er steeds meer aandacht voor het landbouwverkeer. Na de introductie van het T-Rijbewijs is tevens de kentekenplicht voor landbouwvoertuigen en mobiele machines ingevoerd. Met de kentekening van de landbouwvoertuigen mag ook de snelheid omhoog en mogen ze 40 km/u rijden. Doel van de regering is om hiermee het landbouwverkeer uit de bebouwde kommen te kunnen weren en over de randwegen af te wikkelen.
Deze wetswijziging lost de problematiek helaas niet op. Duurzaam Veilig zegt immers dat vanwege de beperkte snelheid menging op gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom moet worden vermeden. Anderzijds blijkt wederom uit het Strategisch Plan Verkeersveiligheid dat ook binnen de bebouwde kom de aanwezigheid van landbouwverkeer een belangrijk risicothema is. Menging met fietsverkeer op (te) smalle wegen wordt uit verkeersveiligheidsoogpunt ontmoedigt.
Maar waar moet het landbouwverkeer zich dan over afwikkelen? Alternatieven ontbreken vaak of zijn niet voorzien op de afmetingen van het landbouwverkeer. Daarnaast leidt het gebruik van alternatieven tot omrijbewegingen. Door de beperkte snelheid van landbouwvoertuigen is dat voor agrariërs en loonwerkers geen wenselijk perspectief.
In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens ten aanzien van landbouwverkeer het nationale (SPV en wetgeving), het provinciale, en het gemeentelijk beleid uiteengezet.
In dit hoofdstuk behandelen we de diverse beleidskaders en uitgangspunten die de verschillende wegbeheerders hanteren. Duidelijk is dat een verandering van toelatingsbeleid leidt tot een kwaliteitsbeperking op een andere locatie. Vergelijk tussen voor- en nadelen is daarbij subjectief. We hebben in deze rapportage getracht om objectief de voor- en nadelen tegen elkaar af te wegen. Het is vervolgens aan de politiek om een afweging hierin te maken.