3. Kwalitatieve eisen
De kwalitatieve richtlijnen voor het kwaliteitsnetwerk (land)bouwverkeer Regio West-Brabant zijn de volgende:
Omrijdtijd:
Conform de stappen beschreven onder 1. netwerkbenadering, dient de omrijdtijd voor (land)bouwverkeer zo minimaal mogelijk te zijn. We stellen de volgende omrijdfactor voor als uitgangspunt voor het bepalen van een al dan niet acceptabele omrijdafstand:
Lengte gesloten wegvak | Omrijdtijd |
< 1 km | Factor 1,5 |
1-10 km | Factor 1,3 |
>10 km | Factor 1,2 |
Bebouwd gebied:
Alternatieven dienen zo veel mogelijk de bebouwd gebied (bebouwde kom, buurtschap) te vermijden. Zodra een bebouwde kom/ buurtschap onvermijdelijk is dient het landbouwverkeer over de gebiedsontsluitingswegen afgewikkeld te worden. Afwikkeling van ‘doorgaand landbouwverkeer’ wordt (indien een gebiedsontsluitingsweg beschikbaar is) niet via 30 km zones afgewikkeld.
School-thuisroutes:
Mengen van (land)bouwverkeer met drukke school-thuisroutes moet zoveel mogelijk worden vermeden. Indien dit technisch niet mogelijk is, dient de verharde wegbreedte minimaal 5,5 meter te zijn.
Kosten:
Kosten voor aanleg dienen in overeenstemming te zijn met het doel waarvoor het dient. Daarvoor geldt dat alle maatregelen tegen realistische kosten gerealiseerd moeten kunnen worden. Indien bepaalde maatregelen aantoonbaar dermate kostenverhogend zijn om uitvoering conform de eisen aan te leggen kan de wegbeheerder afwijken van de voorkeursoplossing.